Ik wilde een beetje opruimen op mijn zolder, waar dus de naaimachine, locker, borduurmachine en alle stofjes en fournituren staan. Maar dat kon niet. Er stonden nog halfvergeten kerstspullen erg in de weg. Er lagen te kleine kleren van Pinda op een grote berg om uit te zoeken en de berg van Koos ernaast en er lagen overal hoopjes half afgemaakte projecten. Ik besloot meteen om deze week uit te roepen tot maak-nu-eens-af-waar-je-mee-bezig-was-zonder-eerst-tien-nieuwe-dingen-te-beginnen-week.
Ik begon met de jas van Koos. Ooit kocht ik een jasje op marktplaats wat er ontzettend stoer uit zag maar van een merk was dat ik niet kende. Er stond z8 op. Nooit van gehoord, maar wat bleek, de rest van Nederland wel en er werd al afgevraagd onder welke steen ik had gelegen. Maar ik ben natuurlijk erg nieuw in het hele jongenskleding gebeuren en ik ben toch ook wel een beetje zuinig en zomaar even 60 euro neerleggen voor een baby jasje vond en vind ik wel erg veel. Lang leve Marktplaats. Voor een euro of 7 kocht ik een allerschattigst jasje, rood met harige fleece voering en voorzien van precies de juiste strepen op de juiste plek en de juiste labels om het een heel stoer geheel te maken. Dit alles was heel erg buiten de buikomvang van ‘kleine’ Koos gerekend. Hij paste er perfect in in augustus/ begin september maar toen de temperaturen genoeg daalden zodat het jasje nut had, toen was hij al veel te groot ervoor. Het jasje is niet weggepakt. Zelfs niet op de stapel te klein neergelegd. Nee, ik hing het jasje op want ik vond hem mooi.
Ergens in oktober kochten we een heerlijke deken van twee lagen fleece, één gewoon en één met een schapenvacht achtige fleece. Hmmm. Idee. Dat schapenvacht achtig goedje is vast wel te koop. Ik ging naar de stoffenzaak en kocht zonder verdere voorbereiding een ruime meter rode joggingstof en een grijze vachtachtige fleece. In de Ottobre die ik niet had vond ik het goede patroon dus die werd maar besteld(62012 patroon 12). En daar moest ik 5 hele weken op wachten. Ik had ondertussen ergens in september een winterjas voor Koos gekocht, goedkoop maar warm, waar hij helemaal niet in bleek te passen. Er is iets raars gedaan met de mouwen en zijn armen passen er niet in, heel vreemd. Natuurlijk kwam ik daar pas achter na het jasje een aantal weken in huis te hebben en de bon allang niet meer te hebben. De nood voor een jas werd toch wel iets groter. Koos is gelukkkig geen koukleum en met een dikke fleece in de fietskar of buggy zitten (met deken dus) was voldoende. En bij de erg lage temperaturen had hij een skipak.
Maar eind november kwam de Ottobre binnen. En ik heb op dezelfde dag het patroon maar vast uitgetekend en de stofdelen geknipt. Maar ondertussen was ik ook bezig met Pinda’s poppenkleding uitbreidingsset voor sinterklaas en dat had even voorrang. Toen sinterklaas achter de rug was werd er steeds minimaal één persoon in dit huishouden wel ziek en voor we het wisten was ook december voorbij. Het jasje lag maar steeds onafgemaakt in een hoek. Tot een week of twee terug. Ik zette alles in elkaar en dat ging toch wel erg vlot. Ik had niet eens de beschrijving nodig. Noem het overmoed, ik noem het zelfvertrouwen, lichtelijk misplaatst maar toch. Ik stikte en stikte. Ik borduurde wat applicaties en ik tornde hier en daar wat los want de zakken vond ik toch niet zo geslaagd. Ik wilde hem omkeerbaar maken, ik wist dat dat kon en ik dacht dat ik wel wist hoe. Jeweetwel, ik wist dat wel ondanks mijn ontzettend niet aanwezig ruimtelijk inzicht. En het ging als een speer, tot ik bij de mouwen kwam. Nog meer getorn dus. Gelukkig vond ik deze handleiding. En toen was hij bijna klaar! Ik moest alleen nog een rits halen maar wurmde meneer Koos al wel vast in het jasje. En ik kwam er potjandorie achter dat de mouwen veel te kort waren. Zachtjes niet herhaalbare woordjes murmelend doemde het beeld van Ottobre in mij op met alle patroon beelden. En ik zie nog zo het patroondeel van de mouwboorden staan. Die ik dus niet geknipt had, want dat wilde ik niet. Ik was alleen vergeten om wat extra centimeters aan de mouwen toe te voegen. Het jasje verdween weer even op de stapel. Ik wilde wel door maar ik had toch geen rits en ik had geen zin om meteen weer die mouwen aan te passen.
Maandag kwam ik het jasje met te korte mouwen en ritsloos weer tegen. Ik tornde en tornde, zette er toch maar boordstof aan en knipte dat winterjasje met rare mouwen helemaal stuk om de rits te hergebruiken. Want het moest NU af. Ik stikte nog wat door en klaar! Helemaal klaar! Het zit hem bijna als gegoten, nog net ietsje ruim en de jas is warm! Zo warm dat hij dinsdag in de maxicosi met deken zich helemaal nat zweette en een hele fles diksap daarna achteroversloeg. Het is geen z8 jasje, maar wel een Hutseflutsjasje!